De TOP-strategie: fysieke belasting aanpakken bij de bron
Hoe voorkom je dat er klachten ontstaan door fysieke belasting? Dat doe je door eerst goed de risico’s in kaart te brengen, waarna je kunt nadenken hoe deze kunnen worden weggenomen. Er zijn vaak meerdere opties, maar de ene maatregel heeft meer effect dan de andere. De volgorde waarin je het beste maatregelen kunt nemen, heet de TOP-strategie (Technische – Organisatorische – Persoonsgebonden maatregelen).
De TOP-strategie is een vertaling van de arbeidshygiënische strategie die oorspronkelijk voor gevaarlijke stoffen en omgevingsfactoren is gedefinieerd. De TOP-strategie is specifiek voor fysieke belasting en begint dus bij de bron: het wegnemen van het risico.
Maar eerst: risico’s in kaart brengen
Voordat we verder ingaan op de TOP-strategie, willen we benadrukken dat het essentieel is om een goed beeld van de risico’s te hebben. Lopen je medewerkers meer risico door werkhoudingen of juist door zware lasten? En hoe groot is het risico? TNO ontwikkelde verschillende instrumenten die je hierbij kunnen helpen. Je kunt natuurlijk ook branchespecifieke tools gebruiken of een deskundige inschakelen. Pas als de risico’s duidelijk zijn, kun je een doeltreffende oplossing zoeken voor een specifiek probleem.
Branchespecifieke tools
- Voor verschillende branches zijn RI&E instrumenten ontwikkeld waarin ook het onderwerp fysieke belasting wordt behandeld.
- De Tilthermometer is een instrument ontwikkeld voor de (thuis)zorg, waarmee kan worden bepaald hoe hoog en van welke type de fysieke belasting van zorgverleners is.
- Met de Werkwijzer Pluimvee, Werkwijzer Vlees(waren) en de Werkwijzer Zoetwaren is het mogelijk om de fysieke belasting specifiek in deze branche te kunnen beoordelen (een account maken is noodzakelijk om aan de slag te gaan; bedrijven in de betreffende sector kunnen dit gratis doen).
Voor meer informatie en tools over de aanpak van fysieke belasting, raadpleeg de toolboxen op Arboportaal: voor fysieke overbelasting: de toolbox fysieke overbelasting en voor fysieke onderbelasting: de toolbox fysieke onderbelasting.
Aanpak volgens de TOP-strategie
De TOP-strategie geeft de volgorde aan waarin naar oplossingen gezocht zou moeten worden. De eerste technische en organisatorische maatregelen noemen we collectieve maatregelen. Maatregelen die de bron van het risico wegnemen hebben de voorkeur, gevolgd door andere collectieve maatregelen die, in tegenstelling tot persoonsgebonden maatregelen, gericht zijn op een aanpassing van de werksituatie. Ze vergen daardoor weinig aanpassingen van de medewerker en werken voor iedereen in die situatie.
De eerste vraag die in de TOP-strategie gesteld wordt is: kan het risico helemaal worden weggenomen? Het dichtst bij de bron gebeurt dit door mechanisering of automatisering van de risicovolle taken. Het streven is om een situatie te creëren waarin het (bijna) niet mis kan gaan, waarin je dus niet afhankelijk bent van hoe medewerkers omgaan met de taak.
Risico’s kunnen ook worden weggenomen door inzet van technische middelen zoals elektrische ondersteuning bij het duwen en trekken van karren.
Als het wegnemen van risico’s niet lukt, volgt de vraag: kun je het risico verminderen? Hieronder vallen technische oplossingen als het inzetten van tilhulpmiddelen of het optimaliseren van de werkhoogte en opstelling van materialen, en organisatorische aanpassingen waarbij gekeken wordt naar hoe het werk onder de medewerkers is verdeeld. Door aanpassingen aan het werkproces of aan roosters worden medewerkers minder lang of minder vaak aan het risico blootgesteld. Denk ook aan het afwisselen van zware met minder zware taken (taakroulatie) en het inlassen van pauzes.
In veel gevallen is het effect van de maatregel afhankelijk van de mate van naleving door medewerkers: wordt de tillift wel altijd gebruikt? Daarom spreken we van een risicovermindering.
Pas wanneer het niet lukt om collectieve, technisch-organisatorische maatregelen te nemen, kijken we of risico’s met persoonsgebonden maatregelen verminderd kunnen worden. Deze maatregelen zijn in sterke mate afhankelijk van het gedrag van de medewerker en daarom minder trefzeker.
Bij persoonsgebonden maatregelen kan gedacht worden aan maatwerk oplossingen, individuele adviezen voor het uitvoeren van taken of aan individuele aanpassingen waarmee de fysieke belasting kan worden verlicht. Exoskeletten vallen eveneens in deze categorie omdat zij door de gebruiker gedragen moeten worden. Daarbij willen we expliciet opmerken dat exoskeletten niet de status van persoonlijk beschermingsmiddel (PBM) hebben (zie ook het position paper over exoskeletten). Op de allerlaatste plaats komen maatregelen die het risico laten voor het is en de medewerker leren met het risico om te gaan. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer alleen een tilinstructie wordt gegeven.
Voorlichting en scholing zijn van belang om ervoor te zorgen dat werknemers de risico’s herkennen, weten hoe het werk goed uitgevoerd moet worden en hoe en wanneer hulpmiddelen gebruikt moeten worden. De basis van werk is een goede werkinstructie. Om deze reden staat dit onderdeel enigszins los van de TOP-strategie: het moet altijd worden gegeven.
Maatregelen: de arbocatalogus
Veel branches en sectoren hebben een arbocatalogus met oplossingen die aansluiten bij het werk in de sector. Je kunt hier zoeken naar de arbocatalogus in jouw sector, of kijken naar de oplossingen in een sector waar ze vergelijkbare werkzaamheden uitvoeren.
Webinar ‘Fysieke belasting aanpakken bij de bron’
Tot slot maken we je graag attent op onderstaand webinar ‘Fysieke belasting aanpakken bij de bron’. Daarin wordt de TOP-strategie uitgelegd en wordt vanaf minuut 3:10 uitgelegd hoe je op zoek gaat naar oplossingen.